Godfried van Mierlo (Mierlo, 2 februari 1518 - Deventer, 28 juli 1587) was een Nederlands geestelijke en bisschop van de Katholieke Kerk.
Godfried trad op zestienjarige leeftijd toe tot de orde der Dominicanen in 's-Hertogenbosch. Hij behaalde de graad van doctor in de godgeleerdheid en werd vervolgens provinciaal van zijn orde. Op 11 december 1570 benoemde paus Pius V hem tot bisschop van Haarlem en tot abt van de Abdij van Egmond. Hij werd op 11 februari 1571 in Antwerpen bisschop gewijd en nam drie maanden daarna bezit van de Kathedraal van Sint-Bavo. Hier zou hij het einde van het katholicisme in Haarlem meemaken. Op 29 mei 1578, Sacramentsdag, overrompelden calvinisten geholpen door de Staatse troepen de kathedraal, doodden de plebaan en sloegen het interieur aan gruzelementen.
Bisschop van Mierlo was toen al - in vermomming - de stad ontvlucht. Paus Gregorius XIII ontving hem in Rome en benoemde hem tot wijbisschop van Münster. Door de bisschop werd hij in 1587 benoemd tot bisschop van Deventer. Hier had hij als eerste de taak om alle kerken opnieuw te wijden:
4 july quam Godefridus van Mierloo, Abt van Egmond en tweede bisschop van Haerlem door den Stadts Secretaris van Munster gehaelt binnen Deventer om de kercken aldaer te herwijden. (...) 7 July: Deventer Kermis en eenige volgende dagen wijdde hij de Sint Lebuynus Kerk en Kerkhof met alle altaeren inzonderheyt het hoog altaer weder in; waer hij alhier den 28. July is overleeden[1].
Van Mierlo werd begraven in de Grote of Lebuïnuskerk.
Referenties
|
| Voorganger: Nicolaas van Nieuwland |
Bisschop van Haarlem (1569) 1571-1578 (1587) |
Opvolger: ____ |
| Voorganger: Aegidius de Monte |
Bisschop van Deventer 1587 |
Opvolger: Gijsbertus Coeverincx |
it:Godfried van Mierlo