De Bijbel is in verschillende talen geschreven: het Oude Testament in het Hebreeuws (en een klein stukje in het Aramees) en het Nieuwe Testament in het Grieks.
Dit betekent dat er voor een goed begrip door de niet-klassiek geschoolde lezer Bijbelvertalingen nodig zijn waarbij verschillende soorten vertalingen mogelijk zijn, uitgaande van verschillende uitgangspunten:
- Vertalingen die zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst blijven
- Vertalingen die zo goed mogelijk leesbaar zijn in de taal waarin is vertaald
- Vertalingen die pogen bovenstaande twee uitgangspunten met elkaar te verenigen
Voor het Nederlands taalgebied zijn vrij veel verschillende vertalingen gemaakt, waarvan hieronder een overzicht staat.
Klassieke Bijbelvertalingen[]
De volgende klassieke Bijbelvertalingen van buitenlandse origine hebben een grote invloed (gehad):
- Septuagint (Grieks)
- Vulgaat (Latijn)
- King James Version (Engels)
- Luthervertaling (Duits)
- Wycliffe New Testament (Engels)
Vertalingen in het Nederlands[]
Vóór de Statenvertaling[]
Rijmbijbel (1271)[]
De Rijmbijbel van Jacob van Maerlant kan nog geen echte Bijbel worden genoemd, maar verdient zeker vermelding. Als basis voor de Rijmbijbel diende de Historia Scholastica van Petrus Comestor.
Hernse Bijbel (1361)[]
- Zie het artikel Hernse Bijbel
De Hernse Bijbel van de hand van monnik Petrus Naghel was de eerste vertaling van de Vulgaat naar de volkstaal, het Middelnederlands. Deze vertaling kwam tot stand in het kartuizerklooster van Herne en zou de basis vormen voor de Delftse Bijbel.
Delftse Bijbel (1477)[]
- Zie het artikel Delftse Bijbel
De Delftse Bijbel is de eerste Bijbel die in het Nederlands werd gedrukt. De vertaling is van omstreeks 1360 en is ontstaan in het kartuizerklooster van Herne (nabij Brussel). Het Nieuwe Testament en de psalmen ontbreken. De Bijbel werd gedrukt in 1477.
Van Liesveltvertaling (1526-1542)[]
De Van Liesveltvertaling is de eerste volledige Nederlandstalige Bijbel. Jacob van Liesvelt verzorgde de eerste uitgave van 1526 op basis van de Lutherse vertaling van het Nieuwe Testament; het Oude Testament baseerde hij nog geheel op de Vulgaat. De uitgave van 1535 bevatte de complete vertaling van Maarten Luther. De uitgave van 1542 bevatte ook diens kanttekeningen.
Deux-Aesbijbel (1561-1568)[]
Het Oude Testament van de Deux-Aesbijbel is vertaald uit de bijbel van Maarten Luther door Godfried van Wingen en het Nieuwe Testament door Gillis van der Erven. De Liesveldtbijbel heeft ook als bron gediend.
De bijbel is genoemd naar een kanttekening bij Nehemia 3:5, waarin staat Deux aes en heeft niet. Six cinque en geeft niet. Maar quater drij, die helpen vrij. De cijfers verwijzen naar de ogen op een dobbelsteen. De armen (2 en 1) hebben niets om te geven, de rijken (6 en 5) zijn gierig, en de middenmoot (4 en 3) is vrijgevig.
Statenvertaling (1637)[]
- Zie het artikel Statenvertaling
De Statenvertaling is een van de oudste Nederlandse vertalingen (1637), die nog steeds gebruikt wordt in sommige kerken van conservatief-protestantse signatuur. Hij heet zo omdat de opdracht ertoe indertijd door de Staten-Generaal werd gegeven. De Statenvertaling is rechtstreeks uit het Hebreeuws en Grieks gemaakt. Kenmerkend voor deze vertaling is het archaïsche woordgebruik. Deze vertaling valt te vergelijken met de Engelse Authorised Version (King James Version). Het taalgebruik in deze vertaling heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Nederlands. Zo zijn zijn veel spreekwoorden en gezegden die vandaag nog gebruikt worden terug te vinden in de Statenvertaling.
Op deze plaats dient ook vermeld te worden de uitgave van de Statenvertaling door de Gereformeerde Bijbelstichting. Deze uitgave streeft ernaar zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke uitgave te komen, waarbij regelmatig gerefereerd wordt naar de zgn. Ravesteynbijbel. Dit in tegenstelling tot de zgn. Jongbloed-editie (waarschijnlijk uit 1888) die wel de nodige taalkundige aanpassingen heeft ondergaan in de loop van de eeuwen. De Jongbloed-editie is van alle Statenvertaling-varianten het meest gebruikt. Jongbloed verwijst in dit kader naar de drukkerij Jongbloed BV in Heerenveen.
De Statenvertaling wordt alleen nog in de zeer behoudende reformatorische kerken gebruikt, waaronder de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, de diverse (Oud-)Gereformeerde Gemeenten, de Hersteld Hervormde Kerk, een deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken en genootschappen van andere signatuur zoals de Vergadering der Gelovigen en fundamentele onafhankelijke Baptistengemeenten.
Palmbijbel (1818-1830)[]
- Zie het artikel Palmbijbel
Er zijn verschillende pogingen geweest de tekst van de Statenvertaling te moderniseren. De zogenaamde Palmbijbel bevat een modernisering gemaakt door de Utrechtse hoogleraar Van der Palm. Naast een modernisering van de tekst bevat deze Bijbeluitgave ook uitgebreide herziene kanttekeningen. Van der Palm is bekender geworden met zijn "Bijbel voor de jeugd", die gezien wordt als de eerste kinderbijbel.
Herziene Statenvertaling (1977)[]
Een recentere modernisering is de zgn. Tukker-uitgave, welke in 1977 uitgegeven is door het Nederlands Bijbelgenootschap en een revisie bevat van ds. W.L. Tukker.
Nieuwe herziene Statenvertaling[]
Op dit moment is een groep van twintig theologen uit behoudende kring bezig met een nieuwe poging te komen tot een herziening van de tekst. Hun uitgangspunt is dat de tekst van de oorspronkelijke Statenvertaling door meer dan 50% van de jongeren niet begrepen wordt en daarom gemoderniseerd moet worden. Naar hun oordeel is de tekst van de Nieuwe Bijbelvertaling te progressief.
Een ander argument voor de nieuwe Statenvertaling is dat de Statenvertaling de enige Nederlandstalige Bijbel is die afstamt van de groep manuscripten die bekend staat als de "textus receptus" voor het Nieuwe Testament en de Masoretische tekst voor het Oude Testament.
Alle andere nieuwe Nederlandstalige vertalingen maken gebruik van de "kritische tekst" die eind 1800 door Wescott en Hort is gemaakt. Voor het Oude Testament wordt een Katholieke grondtekst gebruikt. Hierdoor missen er in de nieuwere Bijbelvertalingen een aantal woorden, benamingen voor God en Christus en complete verzen. Veel van de meer behoudende Christenen vinden het belangrijk dat Gods woord compleet is en daarom blijven zij bij de oude manuscriptgroepen.
Latere vertalingen[]
Nieuwe Testament van Visschering (1854 en 1859)[]
De onvrede over de leesbaarheid van de Statenvertaling leidde in de 19e eeuw ertoe dat er meerdere pogingen ondernomen zijn om tot een nieuwe Bijbelvertaling te komen. De vertaling van Visschering kwam hoofdzakelijk in gebruik bij de doopsgezinden. Deze vertaling van het Nieuwe Testament is hoofdzakelijk gebaseerd op de Griekse tekst van Konstantin von Tischendorf. Het gebruik van dit Nieuwe Testament is geheel verdwenen met de komst van de NBG-vertaling 1951.
Voorhoevevertaling (1877) / Telosvertaling (1985)[]
In de loop van de 19e eeuw vertaalde J.H. Voorhoeve (zoon van een Rotterdamse bankier) het Nieuwe Testament op basis van de Griekse uitgave van Von Tischendorf. De traditie waarin deze zgn. Voorhoevevertaling staat is in een lijn met de vertaling van het Nieuwe Testament in het Engels en Frans door J.N. Darby en de vertaling naar het Duits door de gebroeders Brockhaus. De Voorhoevevertalingen is inmiddels vijf keer herzien. De laatste herziening vond plaats in 1985, waarbij de teksteditie van Nestle-Aland het uitgangspunt werd. De laatste herziening is bekend onder de naam Telosvertaling. De Telosvertaling is een vertaling in hedendaags Nederlands en nog steeds in gebruik binnen de Vergadering van gelovigen.
Professorenbijbel (eind 19e eeuw)[]
Het woord Professorenbijbel is geen echte naam, maar meer een bijnaam voor een vertaling van de Vulgaat (Latijnse tekst), die aan het einde van de 19e eeuw tot stand kwam. Binnen de rooms-katholieke traditie was tot op dat moment geen Bijbelvertaling naar het Nederlands gemaakt. De Professorenbijbel is een vertaling van het Oude Testament, inclusief de deuterocanonieke boeken. De vertaling is voorzien van aantekeningen, waarin regelmatig ook de verschillende lezingen van de Septuaginta en Hebreeuwse tekst ten opzichte van de Vulgaat worden besproken.
Leidsche Vertaling (1914)[]
De Leidsche Vertaling betreft een Bijbelvertaling die grotendeels tot stand is gekomen door professoren van de Universiteit Leiden.
Theodorus van Tichelen (1926)[]
In Vlaanderen verzorgde kanunnik Theodorus Van Tichelen (1877-1945) een katholieke vertaling van het Nieuwe Testament vanuit het Grieks. In de eerste en tweede druk werd een totale oplage van 50.000 exemplaren bereikt.
Petrus Canisiusvertaling (1939)[]
- Zie het artikel Canisiusvertaling
In 1939 volgde de katholieke Apologetische Vereniging 'Petrus Canisius' met een vertaling uit de Hebreeuwse en Griekse tekst, welke meestal Canisiusvertaling wordt genoemd. De vereniging heette naar de Nijmeegse heilige en kerkleraar Petrus Canisius. De vertaling is voorzien van aantekeningen. In 1978 is deze grotendeels vervangen door de Willibrordvertaling.
NBG-vertaling (1951)[]
De NBG-vertaling is een uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij wordt aangeduid met de afkorting NBG 1951. Hij kwam in 1951 volledig klaar, maar er werd al begonnen aan deze vertaling rond 1916. Bepaalde delen zijn zelfs al voor 1912 vertaald. Men is toen begonnen met het Nieuwe Testament. Het Nieuwe Testament was in zijn geheel gereed in 1938 (vandaar dat sommige uitdrukkingen in het Nieuwe Testament wat ouderwetser lijken dan het Oude Testament, dat later vertaald is). De tekst staat nog vrij dicht bij de Statenvertaling en deze Bijbel is momenteel (nog) de standaardvertaling bij de meeste Nederlandse Protestanten. Alleen in de als zeer behoudend bekend staande kerken is de Statenvertaling nog gebruikelijk. Het is de bedoeling dat de Nieuwe Bijbelvertaling de NBG-vertaling 1951 gaat vervangen voor openbare Bijbellezing. Voor Bijbelstudie zal de NBG 1951 een belangrijke bron blijven.
Moderne vertalingen[]
Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift (1969 en 1995)[]
- Zie het artikel Nieuwe-Wereldvertaling
De "Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift" is een uitgave van Jehova's getuigen. Kenmerkend voor deze vertaling is dat op alle 6923 plaatsen waar in de Hebreeuwse grondtekst voor de naam van God JHWH staat, dit wordt vertaald met Jehovah, terwijl de meeste ander vertalingen dit weergeven met HEER of de Heere. De verschillen met andere gangbare Bijbelvertalingen zitten hem onder meer in de teksten waar (mogelijk) gesproken wordt over Jezus als Zoon van God zoals in het eerste hoofdstuk van het Evangelie naar Johannes.
Willibrordvertaling (1975 en 1995)[]
- Zie het artikel Willibrordvertaling
De Willibrordvertaling uit 1975, met herzieningen die gaan tot 1978, is de standaardvertaling voor de Vlaamse en Nederlandse katholieken en deze vertaling wordt in het Lectionarium gebruikt. De vertaling werd gemaakt onder auspiciën van de Katholieke Bijbelstichting (KBS) en de Vlaamse Bijbelstichting. Het is de officiële Nederlandse vertaling van de Katholieke Kerk.
De vernieuwde uitgave van 1995 bevat een geheel herziene tekst en is nooit door de Katholieke Kerk geaccepteerd als in de liturgie te gebruiken tekst.
Groot Nieuws Bijbel (1983 en 1996)[]
- Zie het artikel Groot Nieuws Bijbel
De Groot Nieuws Bijbel is tevens een uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap in samenwerking met de Katholieke Bijbelstichting. Kenmerkend voor deze vertaling is dat voor de vertalers de leesbaarheid voorop stond, waardoor soms kleine betekenisverschillen met de oorspronkelijke tekst zijn ontstaan. De tekst van de Groot Nieuws Bijbel is in 1996 geheel herzien.
Het Boek (1992)[]
- Zie het artikel Het Boek
Het Boek betreft een vertaling in de moderne omgangstaal. Deze laatste is strikt genomen geen exacte vertaling maar een hervertelling ook wel genoemd parafrase-vertaling waarbij wel een vergelijking is gemaakt met de Griekse en Hebreeuwse tekst maar geen directe vertaling hiervan heeft plaatsgevonden. De parafrase-vertaling van Het Boek wordt vooral gebruikt in evangelische groeperingen en ook onder jongeren binnen de meer orthodox-protestantse kerken. Het Boek is gebaseerd op The Living Bible van Kenneth Taylor.
Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004)[]
- Zie het artikel Nieuwe Bijbelvertaling
De Nieuwe Bijbelvertaling verscheen in het najaar van 2004. Het is een oecumenische vertaling, waaraan de belangrijkste Nederlandse kerkgenootschappen hebben meegewerkt.
Naardense Bijbel (2004)[]
- Zie het artikel Naardense Bijbel
De Naardense Bijbel betreft een vertaling van de gehele Bijbel door de Nederlandse predikant Pieter Oussoren. Deze is op dezelfde datum uitgebracht als de Nieuwe Bijbelvertaling.
Overige vertalingen[]
- de Lutherse Vertaling
- de vertaling van Andreas Van der Schuur (1732)
- de vertaling van het Oude Testament door prof. dr. H.Th. Obbink
- de vertaling van het Nieuwe Testament door prof. dr. A.M. Brouwer (1921)
Obbink-Brouwer tezamen wordt wel de Utrechtse Vertaling genoemd.
- de idiolecte vertaling van het Oude Testament door Albert Koster onder de serietitel De Hebreeuwse Bijbel
- de daarmee vergelijkbare vertaling door de Societas Hebraica Amstelodamensis
- de vertaling van de Pentateuch door Huub Oosterhuis en Alex van Heusden. Deze vijf delen dragen de namen 'In den beginne' (Genesis), 'en dit zijn de namen' (Exodus), 'hij riep' (Leviticus), 'in de woestijn' (Numeri) en 'dit zijn de woorden (Deuteronomium). In deze vertaling is de Hebreeuwse grondtekst met zijn eigen idioom en kenmerkende stijlfiguren zo adequaat mogelijk in het Nederlands vertaald.
Vertaling in andere talen/dialecten van Nederland[]
De Bijbel in Nederlandse streektalen begint met de emancipatie van het Fries in de negentiende eeuw. Er zijn toen een aantal evangeliën vertaald. De eerste volledige vertaling van de Bijbel in het Fries is gemaakt door dr. G. A. Wumkes en E.B Folkertsma. Het Nieuwe Testament verscheen in 1933 en het Oude Testament in 1943. Onder leiding van de stichting Yntertsjerklike Kommisje foar de Nije Fryske bibeloersetting is begonnen aan een nieuwe vertaling. Het werk eraan startte in 1967 en kwam gereed in 1977. De uitgave is uitgevoerd door het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting samen. In 1978 kwam de eerste druk uit. De meest recente uitgave is de derde, verbeterde druk uit 1995.
Tegen het einde van de twintigste eeuw begon men de Bijbel ook in andere streektalen en dialecten te vertalen. Omdat deze talen het Standaardnederlands als cultuurtaal gebruiken was daar lang geen behoefte aan. Gewoonlijk gaat het slechts om enkele bijbelboeken. Sommige daarvan zijn door het Nederlands Bijbelgenootschap uitgegeven, andere werden elders gepubliceerd.[1] Verscheidene dialecten van het Nedersaksisch hebben hun eigen edities. Zo bestaat er een Groningse vertaling van de Bijbel waarmee in de tweede helft van de twintigste eeuw is aangevangen[2]. De in 1989 opgerichte stichting Liudgerstichten coördineert dit hele gebeuren. Lichtelijk omstreden was het noemen van de naam God waar Nederlandse vertalingen gewoonlijk Heer(e) hebben. De Stichting Twentse Bijbelvertaling heeft de 'Biebel In de Twentse Sproake' uitgebracht, een vertaling van prof. dr. A. van der Meiden plus nog een aantal andere personen. Dit project is zeer vergevorderd. Op het voormalige eiland Urk in Flevoland wordt er een Urker vertaling gemaakt. Hier is nogal wat om te doen geweest omdat men in het Urks geen u kent en daardoor God in het Urks met Jie aangesproken zou worden, iets wat veel Urkers als blasfemisch opvatten. Er wordt ook gewerkt aan een Achterhoekse Bijbelvertaling; gepubliceerd zijn inmiddels Prediker, het Hooglied en het Evangelie naar Lucas. Sinds 2004 wordt er tenslottedoor de stichting 'Stellingwerfs Eigen' gewerkt aan een Bijbelvertaling in de streektaal van de Stellingwerven, het Stellingwerfs.
Voor het Limburgs verscheen in 2001 het Evangelie naar Marcus in het Venloos: 't Gooje Nièts van Marcus. Jo Bronneberg uit Sittard vertaalde in 2004 de vier evangeliën naar zijn eigen Limburgse ideolect, waarvoor hij bovendien zijn eigen spelling gebruikte. De tekst heeft het imprimatur (nog) niet ontvangen en is nog niet op de markt. Ook het Zeeuws kent Bijbelvertalingen, in het bijzonder de Psalmen, die door WIm Joosse vertaald werden vanuit de Statenbijbel.
Behalve voor het behoud en de emancipatie van het dialect dienen dergelijke vertalingen vooral ook om de vanouds plechtstatig vertaalde Bijbeltekst dichter bij de gelovige te brengen. Dit leidde vaak tot positieve reacties, maar zorgde bij orthodoxe richtingen ook voor kritiek: velen vonden het dialect niet waardig genoeg voor de Bijbel.
Zie ook[]
- Lijst van verschillen in versnummering tussen Bijbelvertalingen
Noten[]
Literatuur[]
- Het kompas van het christendom: ontstaan en betekenis van een omstreden bijbel, Jakob van Bruggen, druk 2002, 236 blz., uitgeverij Kok - Kampen, ISBN 9043503606
- Spectrum van bijbelvertalingen: een gids, redactie Harm Wouter Hollander, druk 1994, 140 blz., uitgeverij Boekencentrum - Zoetermeer, ISBN 9023905377
- Wegwijs in bijbelvertalingen, redactie Jakob van Bruggen, druk 1981, 174 blz., uitgeverij Boekencentrum - Den Haag, ISBN 9023917995
Externe links[]
- De Bijbel in zes verschillende vertalingen: Statenvertaling, Statenvertaling 1977, Nederlands Bijbelgenootschap 1951, Willibrordvertaling 1995, Groot Nieuws Bijbel 1996 en Nieuwe Bijbelvertaling 2004
- Statenvertaling
- Herziene Statenvertaling
- Statenvertaling, Lutherse vertaling en Leidsche vertaling
- Willibrordvertaling en Nieuwe Bijbelvertaling naast elkaar
- Het Boek
- Naardense Bijbel
- Nieuwe Wereldvertaling
- Groningse vertaling
- Stellingwerfse vertaling
- Geschiedenis van Nederlandse bijbelvertalingen (webarchive)
- Koninklijke Bibliotheek - dossier Nieuwe Bijbelvertaling
- Artikel: De Bijbel: originele tekst versus vertalingen