Religie kennis Wiki
Advertisement

Een beneficie (van: bene = goed, en ficere = doen) betreft het inkomen van een Rooms-Katholieke geestelijke. Dit inkomen werd verworven door op een vaste plaats en vaste tijdstippen Missen op te dragen aan een daartoe bestemd altaar. Dit kon bijvoorbeeld een altaar zijn van een schuttersgilde of broederschap.

Een vicarie is in het algemeen een beneficium ecclesiasticum. Deze stichting werd - naast het wereldlijke recht - ook beheerst door het geestelijke recht.

Er waren vicarieën waarvan het inkomen bestemd was voor een priester of predikant en die vroeger niet met zielzorg waren verbonden (vicarieën sine cura animarum). Voorts maakte het verschil of een leek de bestuurder was (vicarie patronatus laicalis) of de pastoor.

De geestelijke die de Mis opdroeg werd de beneficiant of drager van het beneficie genoemd.


Indien sprake was van een beneficium simplex hoefde de drager van het beneficie geen priester te zijn, doch hoefde slechts de tonsuur te hebben ontvangen, dus geestelijke te zijn. In dit geval moest hij een priester aanwijzen die de Mis opdroeg, maar de beneficiant verwierf de inkomsten. Hij moest dan wel de onkosten vergoeden voor het gebruik van de kerk.

De inkomsten waren afkomstig uit de opbrengsten van schenkingen, bijvoorbeeld in de vorm van gronden, door gelovigen verricht.

De beneficiant werd geïnstalleerd in een plechtigheid waarbij hij, in het bijzijn van twee getuigen, de vier hoekpunten van het altaar moest aanraken, alsmede de kelk, het missaal en de ornamenten. fr:Bénéfice (Moyen Âge) it:Beneficium lt:Beneficija hu:Benefícium ja:聖職禄 pl:Beneficjum pt:Beneficium ru:Бенефиций sl:Beneficij

Advertisement